Zesenveertig burgemeesters van Nederlandse grensgemeenten met België en Duitsland hebben in een brief aan minister Faber hun zorgen geuit over de grenscontroles die vanaf 9 december worden ingevoerd.
Volgens de burgemeesters zijn de maatregelen onduidelijk en brengen ze onnodige overlast met zich mee voor inwoners en ondernemers in de grensregio’s.
Ze wijzen onder meer op het extra oponthoud dat ontstaat door controles op identiteitsbewijzen, met name voor mensen die dagelijks de grens oversteken voor werk.
De burgemeesters benadrukken dat open grenzen van groot belang zijn voor de grensregio’s. Deze zorgen niet alleen voor economische voordelen, maar ook voor nauwe samenwerking en sociale contacten tussen inwoners aan beide kanten van de grens.
Twijfels over effectiviteit
De maatregel van minister Faber is bedoeld om irreguliere migratie en mensensmokkel te bestrijden, maar de burgemeesters twijfelen aan de effectiviteit ervan.
Ze waarschuwen dat het herinvoeren van grenscontroles een stap terug is die niet lichtvaardig moet worden genomen.
In de brief roepen ze minister Faber op om de grenscontroles niet automatisch voor zes maanden in te voeren, maar de tijdelijke maatregel zo snel mogelijk weer af te schaffen.
Ook vragen ze om een grondige evaluatie, zowel tijdens de looptijd als na afloop van de controles, waarbij de grensgemeenten actief betrokken moeten worden.
De brief werd verstuurd namens het bestuurlijk netwerk Grensoverschrijdende Samenwerking (GROS) en de betrokken grensgemeenten.